OKTOBER We moeten er rekening mee houden dat er aan het eind van de maand al nachtvorst kan voorkomen. Alle groenten die zelfs geen lichte vorst verdragen moeten nu worden geoogst. zaaien, in de volle grond:
*composthoop opzetten of omzetten, artisjokken vorstvrij afdekken, *aspergeloof afsnijden, allerlei wortel- en knolgewassen opslaan of inkuilen, de laatste *pompoenen oogsten, platte bak bij vorst afdekken. *winterrogge Als we deze groenbemester nu nog inzaaien zal het in de winter nog een klein plantje zijn, die bijna stilstaat in groei. Maar ook het onkruid groeit dan niet meer. Na de winter groeit de rogge al snel weer door en stoelt uit. Zo onderdrukt de winterrogge de onkruidgroei en levert behoorlijk wat organisch materiaal. Hoewel de speciaal geselecteerde snijrogge niet duur is, kunnen we ook de gewone voederrogge uitzaaien. Niet alleen goedkoper, maar ook het gehele jaar op voorraad bij dierenwinkels.
Veel mensen planten hun knoflookteentjes in het voorjaar uit. Maar als het weer dan zacht is, zal de knoflook klein blijven. Deze heeft n.l. een periode met koud weer nodig om goed te verklisteren. Wie ze nu, in de eerste helft van oktober plant, oogst zeker grote bollen. Gevaar voor vorstschade is er niet. De knoflook krijgt eerst een goed ontwikkeld wortelstelsel en komt dus laat boven de grond. Maar ook al zouden de eerste groene puntjes bevriezen, dan nog groeit de knoflook gewoon door. De teentjes worden nu 9 cm diep geplant. In het voorjaar is 5 cm voldoende. Om schimmelziekten in een natte zomer te voorkomen worden ze op ruime afstand van elkaar gezet, zodat de wind er door kan spelen en het gewas vlug opdroogt. De rijafstand is 30 cm, de afstand in de rij 15 cm. In de groentewinkels liggen soms erg grote bollen knoflook, met ook grote teentjes. Probeer de verleiding te weerstaan om deze in de tuin uit te planten. Meestal is dit een soort die alleen in een warm klimaat goed groeit en in ons land veel last van virusziekten heeft. *composthoop Biologisch tuinieren zonder compost te maken is bijna ondenkbaar. We kunnen compost maken in allerlei soorten silo's of, maar dit neemt wat meer ruimte in, door alles gewoon op de grond op te stapelen. In de composthoop wordt allerlei organisch materiaal omgezet tot compost en wordt er humus gevormd. Deze humus zorgt voor een goede bodemstructuur, doordat het de bodemdeeltjes aan elkaar klit. Ook houdt humus water en voedingsstoffen vast, totdat de planten dit nodig hebben. Composteren is dus vooral voor degenen die op zandgrond tuinieren heel belangrijk. De beste compost krijgen we als het plantaardige afval wordt verzameld tot er genoeg materiaal is om de composthoop in één keer op te zetten. Het woord compost is afgeleid van een Latijns woord dat 'samengesteld' betekent. Ook het woord compositie komt hieruit voort. Probeer dus zoveel mogelijk verschillende materialen te nemen. In oktober is er meestal genoeg voorhanden. Oogstresten, onkruid, hooi, stro, keukenafval, koffiedik (met filterzakje), theeblaadjes, van alles kan er gebruikt worden. Sommige materialen vragen wat meer aandacht. Gazonmaaisel bevat veel stikstof, maar het kan alleen in hele dunne laagjes gebruikt worden of door ander materiaal gemengd. Want als het in een dikke laag op de hoop komt gaat het maaisel meteen broeien en wordt een stinkende, slijmerige laag. Dit komt omdat maaisel heel kort is en een fijne structuur heeft. Bij gewoon weidegras gebeurt dit niet. Boomblad van appel, es, els, vlier, linde, kastanje en wilg verteert snel. Dit kan wel op de composthoop gebruikt worden, maar alleen in hele dunne laagjes of gemengd met ander materiaal, want anders koekt het blad aaneen tot een vast pak. Blad van elk, beuk en peer verteert heel traag en dit kan beter opgezet worden op een aparte bladhoop. Boomblad kan ook meteen gebruikt worden als mulchlaag. Vooral bij de bessenstruiken werkt dit goed omdat deze oppervlakkig wortelen. Snoeihout moet eerst verhakseld worden want dit verteert erg traag. Zieke planten kunnen alleen gecomposteerd worden als we zeker weten dat de hoop een hoge temperatuur bereikt, zo'n 60' C. Dat is voldoende om ziektekiemen te doden. Beter is: thuis in de GFT bak doen. Eierschalen kunnen volgens alle tuinboeken op de composthoop. Dat klopt ook wel, maar wie ze gewoon toevoegt aan de hoop zal nog jaren later stukjes schaal op zijn of haar landje terugvinden. Wie een koffiemolen heeft die niet meer gebruikt wordt, kan hierin de eierschalen tot poeder malen. Dit kan gemakkelijk uitgestrooid worden en verteert veel vlugger. Eierrekken en grof karton (strokarton) kunnen in kleine hoeveelheden op de composthoop, wormen zijn er gek op. Gekleurd papier is giftig door de inkt en dus niet geschikt. Schillen van zuidvruchten kunnen beter niet op de composthoop. Ze zijn meestal gekleurd en altijd behandeld tegen het schimmelen. Dit houdt het composteren tegen. Bij het opzetten van de composthoop wordt onder op een laag grof materiaal gelegd, zoals kleingemaakt snoeihout, maïsstengels of stengels van zonnebloemen. Dit zorgt voor een goede afwatering en luchttoevoer. Daarna worden er telkens laagjes vers plantaardig afval afgewisseld met materiaal van de wachthoop en een laagje, liefst strorijke mest. Meestal zal dit stalmest van koeien zijn, maar ook paarden- of geitenmest is geschikt. Wie een konijn of een cavia heeft kan hiervan de mest gebruiken. Geen mest van vleesetende huisdieren nemen, want dit kan gevaarlijke ziektes veroorzaken. Af en toe wordt een dun laagje gesteentemeel of Bentoniet, dit bestaat uit kleimineralen, over de hoop gestrooid. Dit bevordert de humusvorming, ze houden voedingsstoffen vast en binden eventuele geurtjes. Als de hoop ruim 1 meter hoog is wordt hij afgedekt met stro, blad of eventueel een oud vloerkleed. Dit zorgt ervoor dat de regen de hoop niet kletsnat maakt, waardoor zuurstofgebrek kan ontstaan en de hoop te snel afkoelt. De temperatuur stijgt nu naar 60 á 65º C. Onkruidzaden overleven dit meestal niet. Als de hoop is afgekoeld en niet verder inzakt wordt hij omgezet. Hierbij wordt de hoop afgebroken en opnieuw opgezet. Wat bovenaan zat komt onderaan en wat binnenin zat komt aan de buitenkant. Dit doen we omdat de buitenkant soms uitdroogt. Binnenin de hoop is het vochtiger en de temperatuur is hoger zodat alles daar beter verteert. Na de omzetting stijgt de temperatuur opnieuw en worden nog meer onkruidzaden gedood. Ook eventuele ziekten die op de plantenresten zaten overleven de hoge temperatuur niet. Allerlei organismen en diertjes, vaak onzichtbaar klein, gaan het materiaal nu verder verteren en ze zorgen ervoor dat de voedingsstoffen voor de planten onneembaar worden. Wel zichtbaar is de regenworm, die we in grote kluwens in de hoop kunnen aantreffen. Hun uitwerpselen bevatten veel meer aan stikstof, magnesium, fosfor en kalium dan gewone aarde. Uit Belgisch onderzoek blijkt dat kalk toevoegen niet nodig is als de hoop in één keer wordt opgezet. Deze compost blijkt een pH gehalte tussen de 7 en 8 te hebben. Hebt
u geen ruimte voor een wachthoop en vindt u dat vooral het omzetten veel
tijd en energie kost? Dan is er een andere mogelijkheid. *Asperges Als het loof van de asperges is afgestorven kunnen we dit beter niet op de composthoop gooien. Er kunnen ziektekiemen en insectenlarven op voorkomen. De maden van de aspergevlieg zitten in het ondergrondse gedeelte van de stengel. Ze verpoppen zich daar en komen in het voorjaar weer als vlieg tevoorschijn. Dor het loof nu diep af te snijden en dit thuis in de GFT-bak te doen zijn we volgend jaar zekerder van een goede oogst. *Pompoenen Als pompoenen zorgvuldig worden geoogst, kunnen ze maandenlang bewaard blijven. Te vroeg geoogste pompoenen zijn nog niet op smaak en bewaren slecht. We kunnen aan de steel van de pompoen zien wanneer deze rijp is. Als de steel verkurkt of barstjes krijgt kunnen we oogsten. Zorg ervoor dat de steel aan de pompoen blijft zitten anders gaat de bewaarbaarheid achter uit Laat de pompoenen een paar weken drogen op een warme, goed geventileerde plaats. De schil wordt dan hard en heeft tijdens het bewaren alleen maar een temperatuur van 10OC nodig. Keer de pompoenen af en toe om en let op of er geen plekjes op de schil komen. Soms ziet de bovenkant er nog gaaf uit terwijl de onderkant helemaal zacht is geworden. Een mooie grote pompoen die voor de sier in een kast/boekenkast ligt kan dit een kleine ramp betekenen. Van een pompoen die te groot is om en een keer te worden gegeten, kan het restant gepureerd en ingevroren worden. Het kan overal voor worden gebruikt.(bijv. in hartige en zoete taarten, stoof en ovenschotels en ook door brooddeeg.)
|