JUNI

In deze maand is er in de tuin heel wat te doen. Er kan nog van alles gezaaid worden en veel van de voorgezaaide groenten kunnen nu op hun definitieve plaats worden uitgeplant. Als de grond erg droog is moet deze van tevoren goed begoten worden. Ook de eerste tijd na het planten moeten we de grond vochtig houden. Zaaisels kunnen we in een droge periode met vochtige lappen bedekken. Ook kan er in natgemaakte geultjes worden gezaaid.

Door de hogere lucht- en grondtemperatuur kiemt er al veel onkruid. Hou dit zo goed mogelijk onder de duim. Wortelrijtjes b.v. zijn al heel gauw onvindbaar door het onkruid. Veel zaaisels kunnen nu uitgedund worden. Als u deze zaailingen op een ander gedeelte in de tuin wilt uitplanten kan dit het beste op een bewolkte dag of 's avonds worden gedaan. Niet al te kleine "dunsels" van sla, andijvie, koolsoorten, bietjes en van nog veel meer soorten groente zijn lekker in een roerbakschotel. Neem hiervoor nóóit blad van de rabarber, dit is erg ongezond.

*geeft aan dat er tips worden gegeven.

zaaien in de volle grond:

  • stam- en stokslabonen
  • snijbonen
  • pronkbonen
  • spekbonen
  • andijvie
  • augurk
  • bietjes
  • worteltjes
  • *sla
  • snijbiet
  • *gewone- en Nieuw~ Zeelandse spinazie
  • zomerpostelein
  • knolvenkel
  • kervel (regelmatig een klein beetje i.v.m. het doorschieten).
planten:
  • koolsoorten
  • knol- en bleekselderij
  • andijvie
  • prei
  • pompoen
  • augurken
  • *komkommer
  • tomaten
  • courgettes
  • sla.
verzorgen en oogsten:

Allerlei groenten kunnen in deze maand geoogst worden. Bij sommige groenten moeten we een uiterste oogstdatum aanhouden, zoals *asperges en rabarber.

Tomatenplanten moeten gediefd en aangebonden worden.

Als u de uitlopers van aardbeien niet gaat gebruiken voor een nieuw bed kunnen ze beter regelmatig worden afgesneden.

Na 24 juni worden de opgehoogde bedden voor de witte asperges weer geegaliseerd.




*Sla

In de zomer nemen we andere rassen sla dan in het voorjaar. Sla reageert erg op licht, vooral de daglengte is hierbij belangrijk. Sommige rassen die het in het voorjaar heel goed doen, kunnen in de zomer geen krop maken. Meikoningin b.v. is zo'n daglengtegevoelig ras. Meestal staat op de zaaizakjes wanneer de beste zaaitijd is.

Tip: Wonder der Vier Jaargetijden is een mooie rode sla, lekker van smaak, schiet niet gauw door en kan, zoals de naam al zegt, in alle seizoenen worden geteeld.

We hoeven niet met het oogsten te wachten tot de kroppen volgroeid zijn. Kleine kropjes zijn net zo lekker en door ze om en om te oogsten kunnen we de oogsttijd van een rijtje verlengen. Wie verschillende soorten sla zaait zal niet gauw zonder, of juist met te veel aan oogstbare kroppen zitten. Botersla kan niet lang op het land blijven staan, want na de kropvorming gaat ze vlug schieten. IJsbergsla doet er langer over voor ze volgroeid is en daarna duurt het wel 1 á 2 weken voor de kwaliteit achteruit gaat. Ook na de oogst kan deze sla in de groentela verscheidene dagen bewaard worden. Van pluk- en krulsla kunnen al gauw na het zaaien steeds de buitenste blaadjes worden geplukt. De oogst gaat op deze manier lang door. In plaats van plukken kunt u de krop een paar cm boven de grond afsnijden. De plant loopt dan opnieuw uit. Bindsla zien we in de groentewinkel niet zo vaak, maar is een aanrader op de moestuin. Deze slasoort heeft een langere groeitijd dan de anderen maar kan goed tegen lage temperaturen, dus ook in de herfst nog te telen. Ze kan lang op de tuin blijven staan, schiet niet gauw door en is, als ze dicht op elkaar wordt gezaaid, als pluksla te gebruiken. Vroeger werd deze soort met een touwtje dichtgebonden om te bleken, vandaar de naam, maar tegenwoordig is deze soort meestal zelfsluitend. De bindsla heeft veel smaak en is, vooral gestoofd, heel lekker.

*Spinazie

Spinazie wordt meestal in het voorjaar of in de herfst geteeld. Het feit dat de spinazie in de zomer heel gauw doorschiet weerhoudt de meeste tuiniers ervan om dan spinazie te zaaien. Toch kunnen we, als we de goede rassen kiezen, ook in de zomer spinazie uit eigen tuin eten. Als we de Belgische manier van telen aanhouden hebben we nog meer kans op succes. Deze dunnen in de rij uit op 10 á 15 cm. De planten krijgen dan groter en breder blad en schieten minder gauw door. Als we alleen de buitenste bladeren plukken of de plant niet te laag afsnijden kunnen we meer keren oogsten. Biologisch geteelde spinazie slinkt minder omdat ze niet zoveel water bevat. U hebt dus vlugger een maaltje bijeen geoogst. Viking of Norman zijn zomerrassen. Zaai deze op een schaduwrijk plekje, b.v. tussen de rijen doperwten. Zaaien in natgemaakte geultjes gaat het best. Ook na opkomst de grond vochtig houden, want droogte is vaak de oorzaak van het schieten. Met de schoffel of de cultivator de grond goed los houden want spinazie houdt van zuurstof in de grond.




Nieuw-Zeelandse spinazie
is een goed alternatief in hete, droge zomers. De plant behoort bij de ijskruidfamilie en is dus geen familie van de gewone spinazie. De smaak lijkt er wel wat op en het kan op dezelfde manier worden klaargemaakt. Het zaad kiemt traag en de plant is heel vorstgevoelig. Vaak wordt het zaad daarom 24 uur vantevoren in water geweekt en thuis in potjes voorgezaaid. Uit 1 zaadje komen soms meerdere kiempjes, maar deze worden niet, zoals bij bietjes, verenkeld. De plantjes worden goed afgehard, d.w.z.: bij mooi weer de plantjes een poosje buiten zetten, 's nachts weer naar binnen. De periode buiten steeds langer maken tot de plant de hele dag naar buiten kan. Als er geen gevaar voor nachtvorst meer is wordt er in de tuin uitgeplant op 60x60 cm.

De start lijkt moeizaam, maar als de plant eenmaal in de tuin staat is er geen houden meer aan. Een heel gezin heeft aan een paar planten genoeg. De jonge blaadjes en scheuten worden meteen na het oogsten gegeten want deze groente gaat snel in kwaliteit achteruit. Ook als u niet wekelijks van deze plant wilt eten is het goed om de scheuten regelmatig in te korten De plant vertakt zich dan en maakt veel jong blad. Het is een lage, kruipende plant die het onkruid goed onderduikt. Nieuw-Zeelandse spinazie kan goed tegen droogte, maar als u de grond vochtig houdt blijft het blad malser.

De Nieuw-Zeelandse spinazie wordt ook wel als bodembedekker bij andere planten b.v. tomaten gebruikt.

*Komkommers

Komkommers kunnen in een mooie zomer een enorme oogst geven. Daarom is het zo fijn dat er ook rassen zijn die kleine vruchten geven. Deze passen in elk lunchtrommeltje en zijn ook heel handig voor kleine huishoudens. Er bestaan komkommertjes die er heel ongewoon uitzien. Sommige lijken op een citroen of op een kiwi, ook wat kleur betreft, andere op een mini watermeloen van een paar cm. Leuk om te zien en vaak veel beter van smaak dan de waterige van de groenteboer. Sommige zaadhandelaren bieden zelfs een gesorteerde verpakking aan. Wie mee wil doen met de nieuwste trend: een oogstmand met hierin bijzondere groenten, kan hiermee zijn voordeel doen.

In sommige delen van ons land werden vroeger de komkommers samen met vroege peulen geteeld. Het afgeoogste stro van de peulen werd onder de ranken van de komkommers geschoven zodat deze niet op de grond lagen. Geef bij droogte de komkommers regelmatig water en zorg dat dit niet te koud is. Sommi'ge rassen worden bitter als ze na droogte een grote plens koud water krijgen. De komkommers moeten steeds doorgeplukt worden, anders houdt de plant op met het maken van nieuwe vruchten.


*Asperges

Asperges kunnen voor het eerst worden geoogst als de planten 3 jaar oud zijn. Het eerste oogstjaar nog niet langer dan een maand, dit is ongeveer 3 á 4 stengels per plant. Alle volgende jaren mag geoogst worden tot 24 juni. Na deze datum laten we de stengels uitgroeien. Zouden we doorgaan met oogsten dan verzwakt dat de plant zoveel dat we het jaar erna geen goede oogst krijgen.

De aspergevlieg legt haar eitjes in de toppen van de stengels. De maden vreten zich een gang naar beneden, waar ze zich verpoppen in het ondergrondse gedeelte van de stengel. Pas in het volgende seizoen zien we ze als vlieg weer terug. We herkennen de aantasting doordat de stengels ombuigen en niet meer verder groeien. Planten die sterk ruiken zouden de aspergevlieg op afstand houden. Peterselie, tomaten en Oost-Indische kers worden daarom vaak naast de asperges gezet.

Het aspergehaantje en de aspergekever zetten hun eieren af op de stengels en op het loof van de asperges. Als de stengels nog gesloten zijn kunnen deze eitjes gemakkelijk met de hand worden weg gewreven. De larven die uit de eitjes komen vreten net als de kevers aan de stengels en het loof. Hierdoor wordt de plant kaal en verdort. Vooral de tweede generatie (eind juli en augustus) doet veel kwaad. De wortelstok verzwakt met als resultaat een kleinere oogst in het volgende jaar. We kunnen de haantjes gemakkelijk vangen. Als we aan de planten gaan schudden, het liefst 's morgens vroeg, laten ze zich vallen. We kunnen een bakje water, met hierin opgelost een druppeltje afwasmiddel, onder de plant houden. Door de zeep breekt de oppervlaktespanning van het water. De insecten blijven daaromniet drijven en verdrinken snel. Een naar werkje, maar heel effectief.