JULI

De tuin staat nu vol met groenten die verzorgd en geoogst moeten worden. Als het vochtig en warm weer is, kunnen we last krijgen van verschillende *schimmelziekten zoals: Botrytis (bonen), Phytophthora (tomaten en aardappelen) en echte- en valse meeldauw. Hoe mooier het weer is, hoe meer *insecten we in de tuin zien. Helaas ook een heleboel schadelijke. Voor de bladluizen, wantsen en allerlei soorten kevers, vliegen en vlinders (rupsen), is er volop te eten in onze tuin.

zaaien in de volle grond:

  • andijvie
  • koolrabi
  • zomerwortel
  • rammenas
  • Chinese kool
  • herfstraapjes
  • knolvenkel
  • stambonen (deze beide laatsten tot 16 juli).
planten:
  • winterprei
  • andijvie
  • sla
  • boerenkool
  • savooiekool
  • koolrabi
  • aardbeienplanten
verzorgen en oogsten:

Bij droogte gieten. De plantuien op schieters controleren. Als we de bloemknop weghalen wordt in de grond een nieuwe ui gevormd.

Laatste oogst van de *rabarber.
Afhankelijk van de pootdatum kunnen de eerste aardappelen worden gerooid.De vroege soorten al 90 á 100 dagen na het poten, terwijl we voor de late rassen 5 á .
6 maanden aanhouden


*Schimmelziekten

Schimmelziekten zijn niet altijd te voorkomen. We kunnen er wel voor zorgen dat de planten zoveel mogelijk weerstand hebben. Op het zaaibed zoeken we de beste planten uit zodat we stevig plantmateriaal hebben. We nemen de plantafstand ruim zodat de planten na regen weer vlug kunnen opdrogen. Let wel, onkruiden zijn ook planten. Wie zijn zorgvuldig uitgeplante groenten weer laat overwoekeren door onkruiden krijgt door de geringe plantafstand toch weer vlugger met schimmelziekten te maken. Schimmelsporen zitten ook in de grond. Bij hevige regen spat de grond (met sporen) tegen de stengels op en kan zo schimmelziekten veroorzaken. Door grond te bedekken rnet stro of hooi kunnen we dit voorkomen. In een droge zomer zorgt de bedekking (mulchlaag), juist dat de grond vochtig blijft. Vooral boontjes zijn hiervoor dankbaar. Bij peulvruchten moeten we er voor zorgen dat we bij het plukken niet te veel wondjes maken. Door deze wondjes zien virus- en schimmelziekten kans om in de plant te komen. Als u met één hand de rank vasthoudt en met de andere plukt, trekt u de ranken niet zo gauw stuk. Als we veel stikstof geven krijgen we wekere planten. Deze zijn ook aantrekkelijker voor bladluizen, die virussen en roetdauw kunnen overbrengen.

Een matige stikstofbemesting kan schimmelziekten helpen voorkomen. Om stevige planten te krijgen kunnen we de planten spuiten met paardenstaartthee, brandnetelgier of zeewierextracten. Ook wordt er wel gestoven met gesteentemeel. Om bij tomaten Phytophthora (aardappelziekte) te voorkomen kunt u de planten eenmaal per week met magere melk bespuiten.

*Insecten

Ook in onze tuinen komen schadelijke insecten voor. Tuiniers die niet biologisch werken hebben allerlei spuitbussen met gif tot hun besschikking om alles wat verdacht is te bestrijden. Wij zullen iets

anders moeten doen. Dat betekent niet dat we verschillende soorten van biologische gewasbeschermers moeten aanschaffen. Door onze manier van werken lost de natuur veel zelf op.

Door kruiden en bloemen bij de groenten te zetten brengen we niet alleen veel schadelijke insecten op een dwaalspoor, maar we trekken ook nuttige insecten aan die bladluizen, rupsen, mijten en insecteneieren eten. Het gele lieveheersbeestje eet zelfs meeldauw.

Rond de compostbak, onder een paar opgestapelde stenen en in de mulchlaag bij bessenstruiken verschuilen zich nuttige dieren die slakken en schadelijke insecten opeten en ons daarmee helpen om een gezonde tuin te krijgen. Denk b.v. aan padden,. kikkers, spitsmuizen, loopkevers, spinnen en sluipwespen. Een schaal met water als drinkplaats of een nestkastje trekt insectenetende vogels aan.

Probeer als u insecten ziet eerst er achter te komen om welke soort het gaat. Door onwetendheid zijn er al veel larven van het lieveheersbeestje bestreden, want deze lijken helemaal niet op het leuke kevertje die we zo graag in onze tuin zien.


*Rabarber

De rabarber is zo'n gemakkelijke plant dat hij vaak verwaarloosd wordt. Maar als we de plant goed bemesten en bij droogte wat water geven zal de opbrengst veel hoger zijn. Er zijn rassen met rode en rassen met groene stelen. Dit is al te zien als deze nog klein zijn. Onervaren tuiniers wachten soms tevergeefs op het rood kleuren van de stelen. De rode soorten zien er niet alleen mooier uit, maar zijn vaak ook minder zuur. In het voorjaar is de rabarber één van de eerste groenten, die zelfs onder een emmer of folie vervroegd kan worden. De plant kan wel 10 jaar vast blijven staan.

We oogsten de stelen door deze met een draaiende beweging van de plant te trekken. Als we de stelen zouden afsnijden, gaan de stukjes steel die blijven zitten snel rotten. Laat bij het oogsten minstens vijf stelen staan. Alleen dan kan de plant goed doorgroeien. De plant bloeit prachtig, maar dit gaat wel ten koste van de nieuwe bladstelen. De bloeistengels worden daarom vaak weggehaald. Wie in de keuken graag iets nieuws uitprobeert kan de nog gesloten bloemknoppen koken. Deze smaken naar bloemkool. Probeer nóóit hoe de bladeren smaken. Ze zijn erg ongezond en vooral schadelijk voor de nieren.

Begin juli worden de stelen minder mals en ook zuurder van smaak. De wortelgroei neemt echter toe. Door nu met het oogsten te stoppen kan de plant reserves opslaan voor het volgende jaar.