AUGUSTUS Hoewel er nog veel groenten in de tuin staan, zijn sommige bedjes met zomergroenten al afgeoogst. Ook de kruiden waarvan de rijpe zaden in de keuken gebruikt worden (anijs, koriander, komijn enz.) zijn nu klaar om te oogsten. Op de vrijgekomen bedjes kunnen alleen nog nateelten worden gezaaid of groenbemesters. zaaien in de volle grond:
verzorgen en oogsten: Gieten bij droogte, uien en sjalotten zorgvuldig laten drogen, vruchtgroenten goed verzorgen, platte bak luchten, schoffelen en wieden.
In bijna iedere moestuin staan aardbeien. Aardbeiplanten zijn niet goedkoop als ze gekocht moeten worden. Daarom worden de uitlopers vaak gebruikt voor het beplanten van een nieuw bed. In mei en juni krijgt de plant de meeste uitlopers. Van gezonde, goeddragende planten wordt de eerste hiervan vastgelegd met een gebogen ijzerdraadje of een schepje zand. De rest van de uitlopers zijn van mindere kwaliteit en kunnen beter meteen worden weggesneden om geen energie te verliezen. Ook kunnen we de eerste uitloper laten wortelen in een bloempotje die we, gevuld met compost, ingraven naast de moederplant. Op deze manier krijgen we een stevige wortelpruik en kan er gemakkelijk verplant worden. Een nieuw aardbeibed wordt meestal in augustus aangelegd. De plant is dan goed aangeslagen als de bloemaanleg (voor het volgende jaar) in september begint. Onze grote aardbeien stammen af van de kleine bosaardbeitjes. Deze staan altijd aan de rand van het bos op een beschut, humusrijk plekje. Ook onze aardbeien willen graag wat zurige en humusrijke grond. Geef daarom volop compost en dek het bed het hele jaar door af met plantaardig materiaal zoals: bladeren, dennennaalden, fijngehakt snoeisel en stro. De aardbeien krijgen hierdoor een heerlijke smaak en hebben weinig last van ziektes. Als u een nieuw aardbeibed wilt aanleggen kan dit heel goed na de vroege aardappelen. Deze zijn in augustus al gerooid en na aardappelen zit er weinig onkruid in de grond. Zet nóóit aardbeien voor of na kool. Deze planten verdragen elkaar niet. *Verzorgen en oogsten Als augustus droog is, moeten we de planten die gauw last hebben van droogte regelmatig begieten. Aan sommige groenten zien we dit meteen, omdat ze gaan slap hangen. Bij andere groenten merken we dit pas later. Bleekselderij krijgt dan een bruin hart, knolvenkel wordt houtig en gaat schieten, radijsjes worden scherp en bitter, koolrabi gaat barsten als het flink gaat regenen na droogte en zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen. Bonen en courgettes moeten steeds doorgeplukt worden, want anders stoppen de planten met het maken van nieuwe vruchten. Nieuw-Zeelandse spinazie moeten we elke week toppen, anders worden de blaadjes stug. Wie er niet elke week van wil eten kan de ranken beter toch afsnijden en deze op de composthoop gooien. De plant vertakt zich dan goed en houdt mals blad. Het knopkruid, een onkruid dat pas bij hogere temperaturen ontkiemt, kan nu in een mum van tijd de tuin overwoekeren. Het zet ook heel gauw zaad. Wie nu regelmatig schoffelt of gaat wieden bespaart zich het volgend jaar veel werk.
De groenten die we als nateelt op de tuin hebben gezaaid of geplant zijn nu nog klein. Doordat de bodem maar gedeeltelijk bedekt is kan de grond na een flinke regenbui dichtslaan. Er kan zo een tekort aan zuurstof ontstaan waardoor het wortelstelsel zich niet goed kan ontwikkelen. We kunnen dit goed zien bij de spinazie en de prei. De kiemblaadjes vergelen, de planten groeien slecht en sterven soms zelfs af. Door regelmatig met de schoffel of de cultivator de grond los te maken brengen we weer zuurstof in de grond. Tomaten maken veel bloemtrossen. In onze zomers kunnen die lang niet allemaal uitgroeien tot oogstbare vruchten. Trouwens, de phythophthora is een ziekte die steeds vaker de tomatenoogst bederft. De meeste kans op succes hebben we als we na vier bloemtrossen de top uit de plant halen. Hierdoor kan de plant al zijn energie geven aan de trossen die al gevormd zijn. Boven de laatste tros laten we altijd één blad zitten om de sapstroom op gang te houden. Anders zouden zich uit deze bloemtros geen vruchten ontwikkelen. Zodra de vruchten van de tomaat de goede dikte hebben plukken we zoveel mogelijk blad van de plant. De sporen van de phythopthora zweven namelijk door de lucht, landen op het vochtige blad en kunnen zo de plant indringen. Daarom moeten we tomaten ook niet besproeien, maar aan de voet gieten. Ook een dakje boven de plant om regen tegen te houden wil nog wel eens helpen de plant gezond te houden.
|